Auteur: Laurien van den Hoven
Fotograaf, antropoloog reisbegeleider. En al ruim dertig jaar gelukkig in liefde en werk. Toon alle berichten van Laurien van den Hoven
We merken regelmatig tijdens workshops dat deelnemers bracketing en meervoudige belichting door elkaar halen. Er zijn zeker raakvlakken, maar het is handig om het verschil te weten.
Bracketing wordt gebruikt om meerdere foto’s te maken van eenzelfde onderwerp met verschillende belichtingsinstellingen. Dit helpt om ervoor te zorgen dat je ten minste één goed belichte foto hebt, vooral in moeilijke lichtomstandigheden.
Je neemt een reeks foto’s met verschillende belichtingswaarden (bijvoorbeeld -1, 0, +1 EV) om te voorkomen dat de foto onder- of overbelicht raakt. Je kunt dit handmatig doen, maar veel camera’s hebben hier ook een aparte knop voor.
Bracketing is handig bij scènes met een hoog contrast in bijvoorbeeld landschappen of interieurs met vensters. Als je exact dezelfde uitsnede maakt – vanaf statief dus – kun je in software de foto’s over elkaar heenleggen, zodat alle delen van het beeld optimaal belicht zijn.
Met nieuwe camera’s hoef je minder vaak te bracketen, omdat de camera veel beter overweg kan met verschillen tussen licht en donker.
Waar bij bracketing de belichting van één scene centraal staat, combineer je in meervoudige belichting meestal verschillende foto’s tot één beeld.
Deze techniek geeft je als fotograaf de mogelijkheid om zo creatieve – en unieke – beelden te maken.
In vrij veel camera’s vind je de instelling meervoudige belichting of multiple exposure. Als je deze instelling gebruikt, zie je meteen het eindresultaat. Soms worden ook alle losse foto’s opgeslagen.
Je kunt natuurlijk ook in software verschillende beelden over elkaar heen leggen en zo je eigen creatieve beeld te maken.