Waarom je foto’s rond de Middellandse Zee soms zo blauwig lijken – en wat je eraan kunt doen

Je staat op een zonovergoten plein in Griekenland. Witgekalkte, mooie natuurstenen muren, uitgestrekte olijfboomgaarden en felblauwe lucht. Klaar om te fotograferen. Maar eenmaal thuis merk je iets geks: je foto’s zien er koel uit. Soms zelfs met een blauwe kleurzweem. Hoe kan dat? Het was toch zo’n mooie zonnige dag?
Het antwoord ligt in de manier waarop je camera omgaat met witbalans — en hoe dat beïnvloed wordt door waar je bent op de wereld.


Het antwoord ligt in de manier waarop je camera omgaat met witbalans — en hoe dat beïnvloed wordt door waar je bent op de wereld.
Licht is niet overal hetzelfde
Hoewel de zon overal dezelfde is, verschilt het daglicht sterk per locatie. In het Middellandse Zeegebied is het licht vaak veel helderder en blauwer dan in Nederland of België. Denk aan felle zon op witte muren, een blauwe zee en een wolkenloze lucht — allemaal elementen die jouw camera aanzetten tot het ‘corrigeren’ van de kleuren.
Deze kleurafwijkingen worden voortdurend door onze hersenen gecorrigeerd, met als gevolg dat we een warmere lichtperceptie hebben dan er in werkelijkheid is.
Camera’s passen in deze omstandigheden automatisch de witbalans aan naar lagere (koelere) Kelvin-waarden, soms rond de 4600K, waar je 5200–5400K zou verwachten bij zonlicht.
Het gevolg? Je foto’s zien er koeler uit dan je de scène hebt ervaren en heeft een duidelijke blauwe kleurzweem.
Een vergelijkbaar effect krijg je wanneer je tijdens je vakantie steeds je zonnebril draagt. Heb je een sterk polariserende bril met een bruine of blauwgrijze glaskleur dan herinner je wat je tijdens de reis zag zoals door die bril. Je foto’s kunnen dan bij terugkijken heel vlak en kleurloos lijken.
Waarom doet je camera dit?
Camera’s zijn slim, maar ook beperkt. De Auto Wit Balans (AWB) kijkt puur naar wat er in beeld is: welke kleuren zijn dominant? Is er veel blauw, veel wit, veel schaduw?
Wat de camera níet weet, is waar je bent. Hij houdt geen rekening met het feit dat jij in Griekenland of Portugal staat — waar het licht anders valt dan in Nederland. En dus baseert hij zich op een standaardmodel dat niet altijd klopt.
Waarom je smartphone het vaak beter doet
Als je een smartphone gebruikt, merk je misschien dat je foto’s daar vaak warmer ogen, zelfs in dezelfde situatie. Waarom? Omdat smartphones achter-de-schermen slim omgaan met de witbalans. Ze gebruiken AI, locatie- en tijdinformatie, en scèneherkenning om de kleuren meteen aan te passen en het beeld er aantrekkelijker uit te laten zien. Dit zorgt ervoor dat je foto’s soms warmer lijken, zelfs wanneer je in RAW fotografeert.
Kortom: je smartphone denkt actief mee met je foto, terwijl een moderne camera je de volledige controle laat, maar dan moet je zelf de witbalans handmatig instellen.
Werken moderne camera’s dan niet met AI?
Moderne camera’s werken wel degelijk met AI en ‘deep learning’. Ook voor de witbalans. Maar op AI-gebaseerde witbalans is vaak ontworpen om natuurlijk licht te behouden. “Natuurlijk” betekent voor de camera: hoe het licht daadwerkelijk is en niet hoe jij het beleeft. Dit kan ertoe leiden dat de foto’s toch koel zijn, terwijl jij dacht warme tinten te zien. Dat is zoals met foto’s die je bij kunstlicht maakt. Wij zien neutraal licht, maar veel kunstlicht is eigenlijk heel warm (oranje). Maak je een foto in een kamer waarbij de lampen branden, maar waar ook daglicht zichtbaar is, dan wordt de witbalans in de kamer door de camera vaak keurig neutraal weergegeven, maar het daglicht wordt dat blauw. Wij zien die blauwe kleur niet.
Het licht in mediterrane landen is fel en heeft een hogere kleurtemperatuur (meer blauw licht) dan in Nederland. De AI in de witbalans kan dit interpreteren als ‘neutraal daglicht’, waardoor het (bijna) niets corrigeert. Ook niet in AWB-warm. Dan kunnen de foto’s koeler lijken dan je ze ervaart met het blote oog.
Ook is het licht vaak erg intens, zodat huizen, rotsen, wegen, bomen en water heel sterk worden gereflecteerd. De sensor ‘denkt’ dan dat er te veel warm licht is en dat compenseert hij, waardoor de foto te blauw wordt.
Wat kun je doen tegen zo’n blauwe kleurzweem?
Gelukkig zijn er een paar oplossingen:
- Schakel over van “AWB” naar iets als “AWB-Warm licht behouden”, als je camera dat ondersteunt. Dat zorgt voor een iets warmere interpretatie.
- Stel handmatig de witbalans in op bijvoorbeeld 5400K voor zonlicht
Iets ingewikkelder is:
- Gebruik een grijskaart of wit vel papier om een aangepaste witbalans op te slaan (PRE-instelling).
- Corrigeren in software. Dit is een van de redenen om in RAW te fotograferen. Dan kun je de witbalans achteraf zonder kwaliteitsverlies bijstellen. Hoewel je met de kwaliteit van de huidige JPEG-bestanden ook heel veel in de witbalans kunt corrigeren zonder dat kwaliteitsverlies meteen een probleem wordt.

Een idee voor de toekomst?
Wat als camera’s wél rekening houden met locatie? Net zoals je je tijdzone instelt, zou een camera ook kunnen weten dat je op 37 graden noorderbreedte zit — en dus automatisch de witbalans licht aanpast aan de geografische omstandigheden. Smartphones doen dit al min of meer op de achtergrond. Misschien iets voor de cameramakers om op te pakken?
Tot slot
Ben je op reis en ogen je foto’s koeler of grauwer dan je ze beleefde? Dan is het waarschijnlijk niet de camera die ‘faalt’, maar gewoon een kwestie van licht dat geheel anders is dan thuis en je ogen en hersenen die dat corrigeerden. Door handmatig bij te sturen, krijg je weer foto’s die de warmte en sfeer overbrengen zoals jij ze ervoer.